Wankelend over het ijs: Izborsk en Petsjory
Afgelopen weekend was het weer tijd voor een uitje. Donderdagavond vertrok ik met een vriendin voor twee dagen vanaf het Витебский Вокзал (Vitebskstation - Ja, inderdaad, datzelfde Vitebsk waar ik vorige zomer ben geweest!) met de trein naar Псков (Pskov).
We kwamen vrijdagochtend om 1.15u 's ochtends aan en wandelden meteen naar ons hostel (Красный Октябрь - Rood Oktober) omdat we natuurlijk wel moe waren van de treinreis! We ploften neer op onze bedden en stonden weer op tijd op: de eerste dag van ons verblijf in Pskov gingen we niet naar Pskov, maar naar twee dorpjes buiten het stadje. We moesten dus op tijd weer weg om een bus te halen!
Het plan was als volgt: we vertrokken om 12 uur met een bus naar het dorpje Изборск (Izborsk), zouden daar rondkijken en vervolgens de bus nemen naar Печоры (Petsjory). 's Avonds zouden we een directe bus nemen terug naar Pskov. En aldus geschiedde.
Maar waar liggen al die plaatsjes? Ik hoop dat deze kaart het duidelijk maakt:
Izborsk - ong. 700 inwoners
Na een busrit van een uur (we waren zo handig om niet de snelbus, maar de 'stopbus' te nemen, wat betekende dat we bij bijna elke halte in the middle of nowhere moesten stoppen om een omaatje uit te laten stappen) kwamen we aan in het dorpje Izborsk.
Het was meteen duidelijk dat we in een dorpje waren: het busstation was een klein pleintje naast de hoofdweg waar een schaftkeet-achtig gebouwtje dienst deed als kaartjeskantoor en een overdekt gat in de grond was de wc. De straten van het dorpje waren in het geheel nog niet ijsvrij gemaakt: ze waren veranderd in ijsbanen waarin auto's (voornamelijk Lada's) sporen hadden uitgesleten. Lopen was dus geen pretje en ik moet bekennen een paar keer gevallen te zijn.
Maar waarom wil je in godsnaam naar zo'n dorpje? Nou, dit dorpje wordt in de Повесть Временных Лет (Verhaal van Vervlogen Jaren - Middeleeuws boek waarin een al dan niet accurate beschrijving wordt gegeven van de geschiedenis van het oude Rusland) al in het jaar 862 genoemd! Het dorpje wordt genoemd als zetel van één van de broers van Rjoerik, de mythische stichter van Kiev-Rusland (om het simpel te houden: de Middeleeuwse voorloper van Rusland).
Archeologisch bewijs ondersteund dit echter niet en daarnaast wordt het dorpje in de kronieken daarna vergeten en pas weer genoemd in 1233, als de Orde van de Zwaardbroeders (die later op zou gaan in de Teutoonse Ridderorde) het dorpje innemen.
Het dorpje werd in 1302 voorzien van fortificaties. De eerste toren van het fort (Луковка - Uientoren) werd gebouwd in 1330 en is tegenwoordig nog te bezichtigen (dit hebben we natuurlijk dan ook gedaan). De toren werd al snel vergezeld door zeven anderen en een fort was geboren.
In het fort is tegenwoordig niet heel veel meer te zien: de muren zijn wel redelijk onderhouden maar helaas niet open voor publiek (althans, toen wij er waren niet). Het enige waar toeristen in mogen, zijn de Uientoren en de 16de-eeuwse Geboortekerk.
De andere bezienswaardigheid van het dorpje is de zgn. Словенские Ключи (Slovenskie Kljoetsji). Dit is het punt waar een ondergrondse rivier in de vorm van een waterval uitmondt in een meertje. Dit leek ons heel mooi, maar vanaf het fort zagen we al dat het meer nog helemaal dicht was gevroren, dus namen we aan dat ook van deze watervallen niet veel te zien was. Mochten we een keer terugkomen in de zomer, dan gaan we het natuurlijk wel bekijken!
Maar nu waren we uitgekeken in het fort, dus wankelden we over het ijs terug naar de bushalte. Vlakbij de bushalte lag een klein postkantoortje dat kennelijk ook dienst deed als dorpswinkel. We kochten wat in het kantoortje en gingen op de bus staan wachten...
Petsjory - ong. 12000 inwoners
Met een snelbus sprintten we binnen een half uurtje naar Petsjory. Dit plaatsje ligt bijna tegen de grens met Estland aangedrukt en is de hoofdstad van het gelijknamige rayon. Na aankomst aten we in een klein cafeetje wat soep en gingen toen naar de enige bezienswaardigheid van het plaatsje: het Псково-Печерский Монастырь (Pskovo-Petsjerskij Monastyr, vrij vertaald: Pskovse Grottenklooster).
Het klooster werd in de 15de eeuw gesticht (het plaatsje is er later tegenaan gegroeid) en ligt mooi ingeklemd in een nauw dal tussen twee heuvels. Aan de grotten in de heuvels, waarin monniken liggen begraven, dankt het klooster zijn naam.
Gezien de belangrijke strategische locatie (het was sinds de 16de eeuw een grensplaatsje), kreeg het klooster in de vroege 15de eeuw een verdedigingsmuur. Sindsdien heeft het klooster meerdere aanvallen van buitenlandse legers weten af te slaan.
Na de Noordse Oorlogen in de 18de eeuw verloor het plaatsje haar strategische betekenis. De Baltische Staten werden onderdeel van Rusland, dus schoof de grens verder naar het westen. Dit betekende dat het plaatsje een slaperig dorpje werd.
Een opleving vond plaats toen het plaatsje volgens het vredesverdrag van 1918 tussen Estland en de Sovjet-Unie onderdeel werd van Estland. Inwoneraantallen namen toe en doordat het klooster buiten de Sovjet-Unie lag, kon het klooster tot op de dag van vandaag overleven. In de periode tussen de twee wereldoorlogen werden in de Sovjet-Unie namelijk vrijwel alle kerken gesloten en velen van hen ook met de grond gelijk gemaakt.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt het gebied rondom Petsjory (dus ook Izborsk) weer onderdeel van de Russische Republiek binnen de Sovjet-Unie en als de Sovjet-Unie uit elkaar valt in 1991, wordt het gebied Russisch. Echter, Estland claimt het gebied nog steeds op grond van het vredesverdrag uit 1918. In 1995 geven ze hun claims op, maar een nieuw verdrag is er formeel nog niet.
Tot slot wil ik nog opmerken dat het klooster een ander uniek aspect kent: het was een van de weinige kloosters dat gedurende de hele Sovjettijd operationeel was! Op geen enkel moment was het gesloten en heeft daarom als één van de weinige kloosters in Rusland sinds haar stichting ook echt als klooster dienst gedaan.
Het klooster is zeer zeker de moeite waard: het ligt mooi in een dal en wordt zo in een hoog deel en een laag deel opgedeeld. Op het hoge deel ligt de Michaëlskerk. Deze kerk is verreweg de grootste van het hele klooster en is in de klassieke stijl gebouwd. De kerk werd in 1827 ingewijd en dient als monument ter herinnering aan de Franse invasie van 1812.
Het belangrijkste gebouw van het lagere gedeelte is de Успенский Пещерный Храм (Maria-Hemelvaart Grottenkerk). Dit is de oudste kerk (1473) en vormt de facade voor de grotten die in de heuvel erachter liggen. Het gebouw dat we tegenwoordig zien is echter het resultaat van een verbouwing in de 18de eeuw. De kerk wordt vergezeld door een uitgebreid carillon, dat wild aan het klingelen was toen wij het klooster bezochten.
Voor de rest liggen in het lagere gedeelte nog enkele kapelletjes en de woonvertrekken van de monniken (tegenwoordig wonen er nog zo'n 90 monniken), maar deze laatsten zijn natuurlijk niet toegankelijk voor bezoekers.
En zo eindigde de dag. Toen we uitgekeken waren in het klooster, namen we de eerste bus terug naar Pskov en daar aangekomen ploften we tevreden neer op onze bedden in het aftandse hostel. Zaterdag bekeken we Pskov zelf, maar daar kom ik in een volgende post op terug ;)
Afgelopen weekend was het weer tijd voor een uitje. Donderdagavond vertrok ik met een vriendin voor twee dagen vanaf het Витебский Вокзал (Vitebskstation - Ja, inderdaad, datzelfde Vitebsk waar ik vorige zomer ben geweest!) met de trein naar Псков (Pskov).
We kwamen vrijdagochtend om 1.15u 's ochtends aan en wandelden meteen naar ons hostel (Красный Октябрь - Rood Oktober) omdat we natuurlijk wel moe waren van de treinreis! We ploften neer op onze bedden en stonden weer op tijd op: de eerste dag van ons verblijf in Pskov gingen we niet naar Pskov, maar naar twee dorpjes buiten het stadje. We moesten dus op tijd weer weg om een bus te halen!
Het plan was als volgt: we vertrokken om 12 uur met een bus naar het dorpje Изборск (Izborsk), zouden daar rondkijken en vervolgens de bus nemen naar Печоры (Petsjory). 's Avonds zouden we een directe bus nemen terug naar Pskov. En aldus geschiedde.
Maar waar liggen al die plaatsjes? Ik hoop dat deze kaart het duidelijk maakt:
Izborsk - ong. 700 inwoners
Na een busrit van een uur (we waren zo handig om niet de snelbus, maar de 'stopbus' te nemen, wat betekende dat we bij bijna elke halte in the middle of nowhere moesten stoppen om een omaatje uit te laten stappen) kwamen we aan in het dorpje Izborsk.
Het was meteen duidelijk dat we in een dorpje waren: het busstation was een klein pleintje naast de hoofdweg waar een schaftkeet-achtig gebouwtje dienst deed als kaartjeskantoor en een overdekt gat in de grond was de wc. De straten van het dorpje waren in het geheel nog niet ijsvrij gemaakt: ze waren veranderd in ijsbanen waarin auto's (voornamelijk Lada's) sporen hadden uitgesleten. Lopen was dus geen pretje en ik moet bekennen een paar keer gevallen te zijn.
Straatje in Izborsk dat wél ijsvrij is |
Maar waarom wil je in godsnaam naar zo'n dorpje? Nou, dit dorpje wordt in de Повесть Временных Лет (Verhaal van Vervlogen Jaren - Middeleeuws boek waarin een al dan niet accurate beschrijving wordt gegeven van de geschiedenis van het oude Rusland) al in het jaar 862 genoemd! Het dorpje wordt genoemd als zetel van één van de broers van Rjoerik, de mythische stichter van Kiev-Rusland (om het simpel te houden: de Middeleeuwse voorloper van Rusland).
Archeologisch bewijs ondersteund dit echter niet en daarnaast wordt het dorpje in de kronieken daarna vergeten en pas weer genoemd in 1233, als de Orde van de Zwaardbroeders (die later op zou gaan in de Teutoonse Ridderorde) het dorpje innemen.
Het dorpje werd in 1302 voorzien van fortificaties. De eerste toren van het fort (Луковка - Uientoren) werd gebouwd in 1330 en is tegenwoordig nog te bezichtigen (dit hebben we natuurlijk dan ook gedaan). De toren werd al snel vergezeld door zeven anderen en een fort was geboren.
In het fort is tegenwoordig niet heel veel meer te zien: de muren zijn wel redelijk onderhouden maar helaas niet open voor publiek (althans, toen wij er waren niet). Het enige waar toeristen in mogen, zijn de Uientoren en de 16de-eeuwse Geboortekerk.
De andere bezienswaardigheid van het dorpje is de zgn. Словенские Ключи (Slovenskie Kljoetsji). Dit is het punt waar een ondergrondse rivier in de vorm van een waterval uitmondt in een meertje. Dit leek ons heel mooi, maar vanaf het fort zagen we al dat het meer nog helemaal dicht was gevroren, dus namen we aan dat ook van deze watervallen niet veel te zien was. Mochten we een keer terugkomen in de zomer, dan gaan we het natuurlijk wel bekijken!
Het dichtgevroren meer |
Petsjory - ong. 12000 inwoners
Met een snelbus sprintten we binnen een half uurtje naar Petsjory. Dit plaatsje ligt bijna tegen de grens met Estland aangedrukt en is de hoofdstad van het gelijknamige rayon. Na aankomst aten we in een klein cafeetje wat soep en gingen toen naar de enige bezienswaardigheid van het plaatsje: het Псково-Печерский Монастырь (Pskovo-Petsjerskij Monastyr, vrij vertaald: Pskovse Grottenklooster).
Het klooster werd in de 15de eeuw gesticht (het plaatsje is er later tegenaan gegroeid) en ligt mooi ingeklemd in een nauw dal tussen twee heuvels. Aan de grotten in de heuvels, waarin monniken liggen begraven, dankt het klooster zijn naam.
Toegangspoort |
Na de Noordse Oorlogen in de 18de eeuw verloor het plaatsje haar strategische betekenis. De Baltische Staten werden onderdeel van Rusland, dus schoof de grens verder naar het westen. Dit betekende dat het plaatsje een slaperig dorpje werd.
Een opleving vond plaats toen het plaatsje volgens het vredesverdrag van 1918 tussen Estland en de Sovjet-Unie onderdeel werd van Estland. Inwoneraantallen namen toe en doordat het klooster buiten de Sovjet-Unie lag, kon het klooster tot op de dag van vandaag overleven. In de periode tussen de twee wereldoorlogen werden in de Sovjet-Unie namelijk vrijwel alle kerken gesloten en velen van hen ook met de grond gelijk gemaakt.
Na de Tweede Wereldoorlog wordt het gebied rondom Petsjory (dus ook Izborsk) weer onderdeel van de Russische Republiek binnen de Sovjet-Unie en als de Sovjet-Unie uit elkaar valt in 1991, wordt het gebied Russisch. Echter, Estland claimt het gebied nog steeds op grond van het vredesverdrag uit 1918. In 1995 geven ze hun claims op, maar een nieuw verdrag is er formeel nog niet.
Tot slot wil ik nog opmerken dat het klooster een ander uniek aspect kent: het was een van de weinige kloosters dat gedurende de hele Sovjettijd operationeel was! Op geen enkel moment was het gesloten en heeft daarom als één van de weinige kloosters in Rusland sinds haar stichting ook echt als klooster dienst gedaan.
Het klooster is zeer zeker de moeite waard: het ligt mooi in een dal en wordt zo in een hoog deel en een laag deel opgedeeld. Op het hoge deel ligt de Michaëlskerk. Deze kerk is verreweg de grootste van het hele klooster en is in de klassieke stijl gebouwd. De kerk werd in 1827 ingewijd en dient als monument ter herinnering aan de Franse invasie van 1812.
Michaëlskerk |
Voor de rest liggen in het lagere gedeelte nog enkele kapelletjes en de woonvertrekken van de monniken (tegenwoordig wonen er nog zo'n 90 monniken), maar deze laatsten zijn natuurlijk niet toegankelijk voor bezoekers.
Maria-Hemelvaartskerk met links het carillon |
En zo eindigde de dag. Toen we uitgekeken waren in het klooster, namen we de eerste bus terug naar Pskov en daar aangekomen ploften we tevreden neer op onze bedden in het aftandse hostel. Zaterdag bekeken we Pskov zelf, maar daar kom ik in een volgende post op terug ;)
Dat grottenklooster lijkt me zeer de moeite waard, en dan met name de Maria Hemelvaart Grottenkerk!
BeantwoordenVerwijderenHeb je ook grotten-graven gezien of liggen die achter de kerken en woonvertrekken?
M&M