Oekraïne is een uiterst dynamisch land en dan heb ik het vooral over het
politiek vlak: het lijkt wel of er iedere pak-‘m-beet 3 tot 4 jaar politieke
heibel is. Als gevolg hiervan lijkt het aangezicht van en de sfeer in Kiev, de
hoofdstad, continu aan verandering onderhevig, zoals ik zelf heb gemerkt
tijdens mijn bezoekjes aan de stad. Een overzicht.
Mijn eerste bezoek aan Kiev was in 2011 en vormde onderdeel van een
rondreis door Oekraïne waarbij ik ook Lviv en Odessa bezocht (de Krim en
Charkiv stonden aanvankelijk ook op het programma, maar deze werden door een
gebrek aan tijd uiteindelijk geschrapt).
Kiev was niet mijn eerste kennismaking met de voormalige Sovjet-Unie
dus ik had al wat vergelijkingsmateriaal. Kiev voelde voor mij op het eerste
gezicht niet echt aan als een voormalige Sovjetstad: de hoeveelheid
schitterende kerkjes deed de grauwe architectuur immers in het niet vallen.
Eigenlijk waren er maar twee dingen waardoor ik het idee had in de voormalige
USSR te zijn: één specifiek, enigszins slecht onderhouden flatgebouw nabij de
opera, dat aan de zijkant voorzien was van een typisch Sovjet-mozaïek, en het
Leninbeeld bij de Bessarabsky Rynok.
We verbleven in een klein hostel in de wijk Podil. Deze wijk heeft met
zijn lage huizen en rust wellicht mijn eerste impressie van de stad wat
vertekend, maar wat mij nog goed bijstaat van deze wijk is de ontspannen sfeer.
De eigenaar van het hostel staat mij ook nog goed bij: een uiterst vriendelijke
man, die het absoluut niet kon laten ons te laten zien hoe de metro werkte,
waar we treinkaartjes naar Lviv konden kopen en ons meenam voor een lunch bij
de Puzata Hata – dit alles terwijl hij de enige dienstdoende receptionist was
op dat moment. Tijdens zijn rondleiding door de wijk wees hij op een winkel
waar men erotische waren kon kopen, waarbij hij vertelde dat dit de enige
winkel in zijn soort was in Kiev en dat men een tweede wilde openen, maar het
stadsbestuur hier een stokje voor had gestoken: “het is hier immers Amsterdam
niet!”
Majdan, 2011 - op de achtergrond al een eerste reclame voor Euro-2012 |
Kiev: mei 2012
Nog geen jaar na mijn eerste bezoek aan Kiev bezocht ik de stad voor de
tweede keer. Dit keer was de stad de bestemming van de jaarlijkse studiereis
van mijn studievereniging MOST. Ikzelf was één van de organisatoren van de
reis, dus had ik flinke invloed op het programma.
Ons hostel lag deze keer in een hoge flat aan de enige echte Majdan,
jawel, díe Majdan. Vanaf het krakkemikkige balkon van het hostel op zes hoog
hadden we een mooi uitzicht over het plein. Het plein was nu helemaal versierd
ter gelegenheid van het op handen zijnde Euro-2012 in Oekraïne en Polen. Het
grote glazen dak van het ondergrondse winkelcentrum Globus was helemaal
overdekt met een spandoek met het Coca-Colalogo en één van de koepels van
hetzelfde winkelcentrum was veranderd in een grote Adidasvoetbal. Op het plein
was van alles te doen met als hoogtepunt een optreden van Ruslana, de zangeres
die in 2004 het Eurovisie namens Oekraïne won.
De stad was veranderd van de rustige stad die ik in 2011 leerde kennen
in één grote EK-gekte met overal door de stad heen geplante banners, posters en
vlaggetjes zodat niemand kon zeggen dat hij niet wist dat het EK onder andere
in Oekraïne zou plaatsvinden.
Echter, het vlagvertoon voor het EK werd op de Hresjtsjatyk verstoord
door een klein tentenkampje. Dit kleine kampement hing vol met leuzen die
pleitten voor vrijlating van Timoshenko. Yulia Timoshenko was immers enkele
maanden eerder, in oktober 2011, in de bak gegooid na aanklachten over
machtsmisbruik en corruptie, een actie die scherp werd veroordeeld door verschillende
mensenrechtenorganisaties. Timoshenko kwam pas vrij in februari 2014.
Majdan, 2012 |
Kiev: januari 2015
In januari 2015 bezocht ik Kiev voor de derde maal, dit keer in het
verlengde van een bezoek aan Wit-Rusland en met het doel materiaal te
verzamelen voor mijn MA-scriptie. Ik keerde terug naar een Kiev dat nu de
hoofdstad was van een land in oorlog.
Mijn verwachting was dat de sfeer in de stad grimmiger zou zijn door de
situatie in het land, maar dat viel op zich wel mee. Het meest merkbare was dat
de vlaggen van Euro-2012 nu waren vervangen door de blauw-gele Oekraïense vlag.
Werkelijk overal was deze te vinden in de stad, en waar geen vlag kon worden
gehangen, werden objecten in de kleur van de vlag geschilderd: prullenbakken,
plantenbakken, bruggen, lantaarnpalen, noem maar op. Ook in de metro was er
geen ontkomen aan: tussen de reclames door hingen blauw-gele posters met in het
Oekraïens en Russisch de leuze “Één land”.
De Majdan was het centrum van het blauw-gele festijn. De schade van de
revolutie was hersteld; enkel voor het afgebrande gebouw van de vakbonden hing
nu een gigantisch doek met daarop de afbeelding van een graanveld onder een
blauwe hemel, een vliegende ooievaar en de leuze ‘glorie aan Oekraïne, glorie
aan de helden’. Op Majdan werd gepatrouilleerd door soldaten met
collectebussen, die hoopten dat de donatie van enkele hrivnja de strijders in
het oosten van het land zou helpen. Aan het verre eind van de Majdan, nabij
hotel Ukrajina was dagelijks een kleine demonstratie. Op de laatste dag van
mijn verblijf in Kiev stonden er militairen. “Wat gebeurt er?” vroeg ik aan een
omstander. “Ze nemen afscheid van gevallen helden,” was het antwoord.
Nabij Majdan stonden kleine monumentjes voor de slachtoffers van de revolutie,
een groot deel van hen neergeschoten door sluipschutters. Hun monumentjes vormen
samen de ‘Allee van de Hemelse Honderd”.
Mijn hostel lag vlakbij de Andrijivsky Uzviz, een straat die bekend
staat om de vele souvenirkraampjes en kunstgalerieën. Waar voorheen enkel
Sovjet-memorabilia en Oekraïense souvenirs werden verkocht, kon men nu ook
politiek getinte waar kopen: wc-rollen met het hoofd van Poetin, magneten met
leuzen, je kon het zo gek niet verzinnen. Nog geen jaar nadat zij was geschied,
was de revolutie al verworden tot een commercieel gebeuren.
Majdan, 2015 |
Majdan, 2015 |
Kiev: mei 2016
Zeer recent mocht ik voor de vierde keer de stad Kiev bezoeken. Dit
keer wederom in het kader van een studiereis van MOST. Na de blauw-gele
transformatie van de stad gezien te hebben in 2015, stond ik niet meer versteld
van de overdaad aan deze kleuren die in de stad te zien is. Mijn reisgenoten
echter wel: vol verbijstering merkten ze op – net als ik een jaar eerder – dat
blauw en geel bijna niet meer weg te denken zijn uit het gemiddelde Kievse
straatbeeld.
Toch was de stad nu weer veranderd. Het enorme doek met de ooievaars
bij het gebouw van de vakbonden was verwijderd en vervangen door een onbedrukt,
grijs doek. De soldaten met collectebussen hadden het veld geruimd en de Majdan
werd nu geterroriseerd door gewone burgers, die gekleed als dieren of
tekenfilmfiguren probeerden willekeurige voorbijgangers geld af te troggelen
door met ze op de foto te gaan. Tussen deze waanzin door liepen vrouwtjes in
traditionele klederdracht die met de verkoop van armbandjes (en je mag drie
keer raden in welke kleuren) probeerden geld op te halen ter ondersteuning van
het Oekraïense leger.
Aan weerszijden van het plein stonden nu regelmatig busjes waarbij
streng kijkende Oekraïners de wacht hielden. Deze busjes boden toeristen de
mogelijkheid aan een bezoek te brengen aan Mezjihirje, de oude residentie van “de
Russische staatsburger” (sic) Janoekovitsj. Geïnteresseerd in een tour, spraken
we zo’n mannetje aan. Deze begon prompt in het Pools te praten – tot op heden
weet ik niet waarom – en toen we duidelijk maakten dat we geen Polen waren,
schakelde hij maar op het Oekraïens over, ondanks dat wij Russisch tegen hem
praatten. Dit was maar weer eens een voorbeeld van de door de Oekraïners hervonden
trots wat betreft hun taal: ook in het Nationaal Historisch Museum en in
verscheidene winkels hingen stickers die duidelijk maakten dat men prefereerde
in het Oekraïens te praten. Wie Russisch sprak, kreeg in het Oekraïens
antwoord.
Op de roltrappen van de metro woedde de oorlog stilaan voort. De
blauw-gele posters kregen nu bijval van posters die jongelingen opriepen zich
in te schrijven bij het leger en posters die vooral duidelijk moesten maken dat
Oekraïne nooit zou opgeven en uiteindelijk zou zegevieren. Dergelijke plakkaten
waren bovengronds gek genoeg veel minder aanwezig.
Bovengronds leek echter een strijd aan straatnamen bezig te zijn: door
een recent in werking getreden wet werden verwijzingen naar de Sovjet-Unie
verwijderd uit het straatbeeld (wat bij het Bessarabsky Rynok resulteerde in
een lege sokkel op de plaats waar eerst Lenin had gestaan). Veel straten waren
omgedoopt, wat soms tot verwarring leidde. De straat waaraan ons hostel lag had
er ook aan moeten geloven: ook al toonden bordjes op huizen nog de naam ‘Rode
Legerstraat’, de officiële naam van de straat was nu ‘Grote Vasilkovstraat’.
Tot slot kregen pogingen tot het opwekken van nationalistische
gevoelens nu bijval door de actualiteiten. Oekraïne had daags voor onze
aankomst te Kiev het Eurovisie Songfestival gewonnen met een nummer van de
Krim-Tataarse Jamala, die zong over de deportatie van haar volk door de Sovjets
in 1944. Oekraïne blij, Rusland boos. Deze zege werd breed uitgemeten in
kranten en in de stad hingen posters met aankondigingen van concerten van
Jamala of met reclames voor goedkoop telefoneren, waarin Jamala zogenaamd
verkondigde zo goedkoop vanuit Stockholm te hebben kunnen bellen.
Dit laatste Kiev lijkt de eerste klap van de oorlog min of meer te boven
te zijn gekomen: militairen zijn niet meer prominent aanwezig in het
straatbeeld en collecte van geld voor de troepen vindt nu plaats met een
vriendelijker, menselijker karakter. Het geel-blauw domineert het straatbeeld
nog wel. Het lijkt erop alsof de druk om het Oekraïense volk te verenigen onder
één vlag nu over is gegaan van actief naar passief, waarbij posters en stickers
het meeste werk moeten doen.
Majdan, 2016 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten